Al eerder schreef ik een artikel over de enorme ingewikkelde manier waarop toeslagen in Nederland werken. Eerst krijg je een voorschot en later wordt bekeken of dit voorschot niet te hoog of te laag was. Zie mijn vorige artikel, toeslagen wat een toestand.
Nu hoop ik dat veel mensen eindelijk begrijpen waarom je zo vaak formulieren krijgt van de Belastingdienst. Eerst over de voorlopige toeslag en soms maanden of jaren later over de definitieve toeslag. Toch wil ik het ook nog even hebben over toeslagen in relatie tot het hebben van een vermogen.

Het volgende kwam ik laatst tegen bij een klant, ik noem haar Mireille. Eind vorig jaar is Mireille officieel gescheiden en uitgekocht door haar ex-echtgenoot voor de overwaarde van hun eigen woning. Mireille woont nu in een huurwoning met haar twee kinderen. Mireille heeft zelf een laag maandelijks inkomen en de Belastingdienst is, attent als ze is, met ingang van januari 2014 aan Mireille toeslagen uit gaan betalen. Mireille krijgt daardoor maandelijks een flink bedrag op haar rekening gestort.

Mireille blijkt niet alleen recht te hebben op zorg- en huurtoeslag, maar ook op kindgebonden budget. Toen ik bij Mireille kwam had ze al een flink aantal maanden de toeslag gestort gekregen op haar rekening.
toeslagen-en-vermogenMireille gaf aan dat ze nooit om toeslagen had gevraagd, maar dat ze van de Belastingdienst een beschikking had gekregen, voor welk bedrag ze recht had op toeslagen, gebaseerd op haar verzamelinkomen van 2013.
Op de site van de Belastingdienst staat:
“Kindgebonden budget hoeft u meestal niet aan te vragen. U krijgt vanzelf bericht als u er volgens ons recht op hebt. Krijgt u geen bericht en denkt u dat u wel recht hebt op kindgebonden budget? Dan kunt u het zelf aanvragen”.

Wat de Belastingdienst in die aanslagen was vergeten te vermelden, was dat zij mogelijk geen recht had op deze toeslagen als ze niet aan alle eisen voldeed. Een van de eisen om recht te hebben op een toeslag, is dat er sprake is van een vermogen onder het vrijgestelde vermogen per persoon. Dit vermogen bedraagt in 2014 voor een alleenstaande jonger dan de AOW-leeftijd € 21.139,- en dit wordt verhoogd met € 81.360,-. Mireille’s  maximale vrijstelling was dus € 103.324.
Zou Mireille een partner hebben gehad, dan hadden zij en haar partner niet meer dan        € 124.693,- aan vermogen mogen hebben om überhaupt nog recht te hebben op toeslagen. Door de afkoopsom die ze bij haar scheiding had meegekregen, zat Mireille daar ver boven!
Tot het vermogen behoort spaargeld, beleggingen en eventuele vakantiehuizen. Als peildatum voor het eigen vermogen geldt 1 januari van het jaar waarin u mogelijk recht heeft op toeslagen.

De Belastingdienst baseert de hoogte van haar toeslag op het laatste bij hun bekende inkomen. Daarbij houden ze echter geen rekening, met vermogen dat ze in de tussentijd vergaard heeft. Zo kan het dus gebeuren dat wanneer je altijd recht hebt gehad op toeslagen, je na een erfenis of echtscheiding, er plotseling geen recht meer op hebt.

Bij Mireille hebben we de toeslagen meteen allemaal stopgezet. Gelukkig heeft zij nog voldoende vermogen over om de toekomstige terugbetaling van alle toeslagen aan de Belastingdienst te kunnen voldoen. Maar ik kan me zo voorstellen dat er ook schrijnende gevallen zijn van ex-partners die zijn uitgekocht en pas na jaren ontdekken dat zij teveel vermogen hadden om recht te hebben op welke toeslag dan ook.

Voor de volledigheid het overzicht van het maximaal vrijgestelde vermogen per 1 januari 2014:
U bent jonger dan de AOW-leeftijd: maximaal vrijgesteld € 21.139
U hebt of bereikt in 2014 de AOW-leeftijd. Uw inkomen is niet meer dan € 14.302: maximaal vrijgesteld € 49.123
U hebt of bereikt in 2014 de AOW-leeftijd. Uw inkomen is meer dan € 14.302 maar niet meer dan € 19.895: maximaal vrijgesteld € 35.131
U hebt of bereikt in 2014 de AOW-leeftijd. Uw inkomen is meer dan € 19.895: maximaal vrijgesteld € 21.139

Denk er dus aan dat vermogen en toeslagen niet altijd goed samengaan!

(Visited 1.193 times, 1 visits today)